Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945

 

Artikel 18
1
De uitkering wordt door de Raad aangepast overeenkomstig de normen en voorwaarden waarmee het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ingevolge artikel 14 van die wet wordt herzien.
2
De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, en de bedragen genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a en b, en artikel 10, eerste lid, onder e en f, worden door Onze Minister aangepast overeenkomstig de normen en voorwaarden waarmee het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ingevolge artikel 14 van die wet wordt herzien.
3
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de vervolging in het voormalige Nederlands-Indië heeft plaats gehad en de uitkeringsgerechtigde in Indonesië gevestigd is, de uitkering door de Raad aangepast indien de lonen en prijzen in Indonesië daartoe aanleiding geven.
4
In afwijking van het tweede lid worden, indien de vervolging in het voormalige Nederlands-Indië heeft plaats gehad en de uitkeringsgerechtigde in Indonesië gevestigd is, de grondslag, bedoeld in artikel 8, derde lid, onder b, en de bedragen genoemd in artikel 8, achtste lid, onder a en b, door Onze Minister aangepast indien de lonen en prijzen in Indonesië daartoe aanleiding geven.
5
Bij de aanpassing van een uitkering, bedoeld in het eerste en derde lid, wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde dan wel overeenkomstig die leden aangepaste uitkering, waarbij de toeslagen, bedoeld in de artikelen 14, tweede en derde lid, en 15, eerste en tweede lid, buiten beschouwing worden gelaten.
6
De aanpassing van een uitkering, bedoeld in het eerste en derde lid, vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
7
De aangepaste uitkering, bedoeld in het zesde lid, wordt betaald bij de eerstvolgende betaling nadat de aanpassing heeft plaatsgevonden.
8
Het bedrag, genoemd in artikel 19, vijfde lid, wordt door Onze Minister telkens herzien met ingang van 1 januari, voor zover de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in de periode 1 november tot en met 31 oktober daaraan voorafgaande, daartoe aanleiding geeft.
9
Een besluit van Onze Minister ingevolge het achtste lid wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •